Drempels

Natuurlijk beweegt er vandaag al heel wat, maar het is geen overbodige luxe om nog een stap verder te gaan. Onderzoek van de KU Leuven uit 2018 wees al aan dat amper 46 procent van de mensen met een handicap sport, tegenover 80 procent van de Vlamingen zonder handicap. Corona deed daar vanzelfsprekend nog een schepje bovenop. Mensen met een handicap ervaren een aantal drempels om te sporten: naast hun handicap zelf is het vooral de afhankelijkheid van andere personen om te kunnen sporten waar ze tegenop zien, zowel voor het vervoer ernaartoe als voor de sportdeelname zelf. In sommige sporten komen er ook extra kosten bij voor het materiaal om te kunnen deelnemen. Dat alles werd onlangs nog eens bevestigd tijdens de hoorzitting over G-Sport in de Commissie Sport. In de resolutie vragen de parlementsleden dan ook aan de regering om die drempels zoveel mogelijk te verlagen, door in te zetten op drie grote sporen. 

Aanbevelingen op drie sporen

Allereerst is verder onderzoek nuttig, evenals steun aan clubs om samen te werken en hun expertise en goede praktijkvoorbeelden te delen. Waarom bijvoorbeeld niet onderzoeken of G-sporters kunnen proeven van verschillende sporten via het Sportkompas? Daarnaast zijn er ook een heel aantal aanbevelingen om bestaande en toekomstige sportinfrastructuur toegankelijker te maken, en vragen de parlementsleden om te onderzoeken hoe G-sporters ondersteund kunnen worden in hun vervoer van en naar hun sportbeoefening. Ten slotte zijn er nog aanbevelingen op vlak van promotie en subsidiëring. De financiële middelen zijn uiteraard niet eindeloos, wat maakt dat we ze zo efficiënt mogelijk moeten verdelen. Inspirerende rolmodellen, maar ook aandacht voor G-Sport binnen projectoproepen, kunnen helpen meer mensen met een handicap aan het sporten te krijgen.